de Bank (9)

(Dit is een vervolg op de Bank (8))

Het was 21.05 uur, en de vloer van het Celsiusmaison stond bomvol met ‘dertigers’. Vrouwen in King Louie-jurkjes. Met bescheiden sieraden en verzorgde make-up. Lage hakjes en onopvallende leggings. Moeders wachtend op het schoolplein. Maar het was zeker dat er deze avond geen kind de vloer op zou rennen. Het wachten zou nog uren duren. Dagmar telde drie mannen.

21.20 uur. Naast het podium werd bescheiden gedanst. “Sunny” van Boney M.; ouwe meuk, slome beat. Dagmar dacht aan de bedrijfsbarbecues bij het WilhelminaPark. Die begonnen ook altijd lauw. Ze keek naar de vrouwen vooraan: ze dansten ‘klein’, met hun armen dicht bij hun lichaam, en minimale voetverplaatsingen. Hun thema-kleding was al net zo subtiel: een donker-oranje ketting, of dunne haarband. Alleen de man in het midden, met het fluorescerende, oranje wegwerkers-hesje, en de Joe Cocker-bewegingen knalde uit het plaatje. Kansloos. Dagmar peilde haar eigen on-zwangere buik in het vormeloze Bavaria-jurkje. Joe Cockers outfit was tenminste nog grappig. Vrouwen 48 en 49 maakten hun entree.

Om 21.30 uur telde Dagmar belangstellend de virtuele vissen die de DJ op de muur projecteerde. Het aantal BPM was nauwelijks omhoog gegaan. Evenals het aantal mannen. De ladder in haar panty was wel gegroeid en knelde haar rechter grote teen af. Alles was mis, maar Wouter had beet en stond lachend te dansen met een van de vier aanwezige mannen.

Om 21.40 uur bestelde Dagmar een derde glas wijn aan de bar. Teveel voor haar, zeker na de eerdere oranjebitters, maar de avond was toch al verloren. De jongen achter de bar was begin twintig. Net als het meisje naast hem in het vorm-volle Superstar-jurkje. Drie taille-loze vrouwen liepen langs naar het buitenterras. Een van hen leek op een vriendin van Dagmar’s moeder.

Om 21.53 uur, 22 vissen en 3 zeepaardjes later, zag ze tot haar schrik een klant binnenlopen. Hij droeg een sinaasappel-oranje polo. Antal. Naast hem slenterde een lange corps-bal, met een buikje boven een geruite bermuda. Was dat zijn vriend? Dagmar draaide zich om. Antal had haar nog niet kunnen zien.

Naar de muur kijken. Tellen. Vier zeepaardjes. Ja, vier zeepaardjes. Nee, vijf. Oh, en: wow! Wat een grote vis. Blauw. Groen. Paars-turquois. Kunstig. Goh, van wie is die muziek? Bowie. Bowie? Wordt hier vanavond eigenlijk nog wat moderns gedraaid?

Dagmar’s ogen volgen gretig de grote vis: links, rechts, slingerend omhoog en terug, tot de vis onverwacht draait en recht in de ogen van Antal zwemt. “Oh. Hee. Hoi. Goh, jij hier?”

Wordt vervolgd

2603 karakters = ca. 9,79 m
Copyright © 2014 · Honderd Meter

twittermail