(Dit is een vervolg op de Bank (9))
– “Antal, ze is er!”
Er zijn opmerkingen die niet direct doorkomen. Meldingen die wachten in het voorportaal van het slakkenhuis; meldingen die niet verloren gaan, maar tergend langzaam door de gehoorgang gaan, of in de wachtrij staan, omdat de geluiden via het oog voorrang krijgen; omdat er druk gecommuniceerd wordt tussen oog en scherm. De ontvanger luistert met zijn ogen, en kijkt niet naar de spreker.
Er werd iets gezegd, maar Antals brein gaf iets anders door: hij verdiepte zich in zijn medemens via cijfers. Op zijn scherm stonden Statline tabellen van het CBS. Cijfers over het vertrouwen van mensen in de maatschappij. Antal zoomde in op de bankensector. Naarmate het opleidingsniveau toenam, nam het vertrouwen in banken af.
Antal stond niet alleen: tweederde van de Nederlandse burgers had geen hoge pet op van banken. Academici waren veruit het negatiefst: 74% van hen twijfelde aan de banken. Terwijl juist academici het grootste vertrouwen in de medemens hadden (81%). In dat laatste feit herkende Antal zich minder.
Er werd weer iets gezegd.
– “Antal, de vrouw van het bandje”.
Het bandje? Wat voor bandje? Het leek een eenvoudige vraag, maar het sloot niet aan bij de tabellen en de cijfers voor zijn neus.
+ “Mam, waar heb je het over?”
Steeds weer die extra stappen die nodig waren in de menselijke communicatie. Hij keek naar zijn moeder. Hij moest nu afslaan van de computer-snelweg en stapvoets verder. Langzaam communiceren in de bebouwde kom.
– “Dat meisje van de Bank. Tamar, geloof ik. Ze wacht op je, in de huiskamer.” Zijn moeder keek er vrolijk bij.
Tamar? Tabellen op de snelweg veranderden in gebeurtenissen van de afgelopen week. De avond met Marc-Lodewijk in het Celsiusmaison. Cola, oude discomuziek, een vrouwenhand. Dagmar? Zou Dagmar er zijn? De rest van zijn lijf werd wakker. Zijn brein kon alle nieuwe signalen niet aan. Dit was erg ongemakkelijk. Hij wilde blijven zitten en tot rust komen.
Zijn moeder stond bijna naast hem:
– “Een leuke vrouw, Antal…” Ze had het zachtjes gezegd.
Het maakte het erger. Hij kon niet verder met de cijfers. Hij moest opstaan. Het was alsof hij de hele bebouwde kom uit zijn stoel moest drukken. Zijn handelingssnelheid was traag, zijn brein leek dichtbij verdwaald.
Hij had twintig meter om zijn bovenboel weer op orde te krijgen, en om de vrouw onder ogen te komen die hem had zien dansen op muziek van de Vengaboys; boem, boem, boem, boem. De vrouw die nog steeds wachtte op de Spa rood die hij voor haar zou halen.
Bronnen: CBS, “Sociaal en institutioneel vertrouwen in Nederland – 2015/1”
2687 karakters = ca. 10,10 m
Copyright © 2014 · Honderd Meter
Pingback: de Bank (11) | Honderd meter