Zaterdagmorgen, negen uur. Het fluitekruid ruikt. Er valt een vruchtbare regen. Ik start mijn poëtische bedevaart op pedalen.
Geen rozen op slap water
Tien minuten later sta ik stil bij poëzie op het perron: Albert Heijn to go heeft een roos op slap water gezet voor moederdag. Waterflesjes met rozen en munt voor 2 euro. Deze hippe dorstlesser verkoopt zich niet aan mij. Geen daden, lieve moeder, maar woorden worden het, dit weekend.
Ik neem de intercity naar Nijmegen. In de stiltecoupé klap ik mijn laptop open. Mijn poëziehuiswerk heb ik al dagen geleden ingeleverd. Zal ik bloggen over de bijzondere plek waar ik mijn gedichtencursus volg? Zal mijn leraar het goed vinden als ik op SchrijvenOnline uit zijn school klap?
Blog in blog – de bibliotheek als Baboesjka
Tenminste één keer in je leven moet je er geweest zijn als dichter. Het is bij weinigen bekend; misschien houden “de Vrienden van het PcN” het liever onder de pet. Als je op internet zoekt naar “Poëziecentrum” kom je waarschijnlijk uit in België, maar dat centrum bedoel ik niet. Het Poëziecentrum Nederland (PcN) is een bibliotheek in een bibliotheek. Je moet eerst de Nijmeegse bibliotheek, het Huis van de Letters, betreden voordat je het PcN kunt binnengaan.
Poëziecentrum Nederland
Alles wat weerloos is is er te vinden. Dat moet gekoesterd worden; daarom blijven de twintigduizend poëtische werken altijd onder het toezicht van directeur Wim van Til en zijn team. Je mag er elke dag (behalve zondag) komen lezen maar je kunt de werken niet lenen – al zijn dubbele werken hier wel (voor weinig) te koop. Poëziecursisten kunnen in het PcN tijdens de lessen alles vinden wat ze zoeken. Ik vond er zelfs nieuwe poëzievrienden.
Wacht de brug
Na drie kwartier sporen nader ik Nijmegen. Mijn dorp is schoon, maar duizend jaar ouder en duizendmaal schoner is de stad aan de Waal. Nijmegen omarmt haar rivier: de stad onthaalt haar westerlingen met allure. Het uitzicht bij het binnenrijden is zo indrukwekkend dat dichters die kúnnen autorijden veiliger de trein pakken. Ook ik koester mijn blik.
Wacht de koffie
Het is ongeveer twintig minuten lopen van het Nijmeegse station naar de poëziecursus op het Mariënburg. De wandeling begint wijds en eindigt stads. Na een reis van anderhalf uur heb ik nog steeds zin in de les. En in cappuccino. Het huis van de poëzie schenkt wijze woorden; het Huis van de Letters verkoopt verrukkelijke koffie. Je moet er wel even op wachten. Snelle dichters schrijven ondertussen een nieuw vers aan de lange tafel tegenover de bar; gezellige dichters staan te keuvelen met een medecursist.
Omarm de poëzie
Niets houd je tegen om het mekka van de poëzie vaker dan eens te bezoeken. Verwacht geen glitter en glamour; het Poëziecentrum levert pure poëzie. Er vinden optredens en workshops plaats. Als je je dichtvaardigheden wilt verbeteren, ga dan op cursus bij PcN-oprichter en dichter Wim. Je ontvangt dichterlijke vrijheid, leert veel over beeld en techniek en je krijgt opbouwende kritiek. En je maakt nieuwe poëzievrienden.
Soms krijgt de cursus een staartje: in 2016 zijn onze gedichten gepubliceerd in het Gelderse tijdschrift poëziepuntgl (nr 3, 2016). Of en hoe we dit jaar onze cursusgedichten zullen presenteren blijft nog even een verrassing.