Kluister de lezer

Stel je voor: je bent net ingestapt in een oude Duitse treinwagon. Je loopt door de smalle gang, op zoek naar een zitplek. Je kijkt bij elke coupé naar binnen. Je wilt niet te lang lopen, maar je zoekt ook een prettige plek voor de komende uren. Bij wie stap jij in? Welke coupé sla je over?

Ik ben in januari ingestapt in een proza-cursus van de Schrijversvakschool en ik geniet met volle teugen van mijn reis. Hieronder tips uit de cursus, op persoonlijke titel.
Les 1 gaat over de introductie van je personages en je verhaal.
Tip 0: lees deze blog in de buurt van je (digitale) boekenkast.

Kijk de kunst af
Om goed te leren schrijven moet je vooral heel veel lezen, aldus onze proza-docent. Voordat onze eerste les is begonnen hebben we al huiswerk.
Tip 1: Lees de eerste alinea’s van je favoriete boek (of gebruik de voorbeelden hieronder). Wat raakt jou? Waarom wil je verder lezen? Wat zeggen deze zinnen over de rest van het verhaal?

Drie schrijvers, drie intro’s

  • ‘Waar wacht je op?’ vraagt Lea.
    Ze draagt een zwarte wollen jas met een bontkraag, tweedehands gekocht. Ze kan zich zulke jassen niet nieuw permitteren. Uit: “Huid en haar” van Arnon Grunberg.
  • Mr and Mrs Dursley, of number four, Privet Drive, were proud to say that they were perfectly normal, thank you very much. They were the last people you’d expect to be involved in anything strange or mysterious, because they just didn’t hold with such nonsense.
    Uit: “Harry Potter and the Philosopher’s Stone”van J.K. Rowling.
  • Vanuit het westen drijven wolken aan, grauwe schepen vol water. Hemelwater kolkt door de goten, mensen rennen op straat. Het water doorweekt mijn haar, loopt langs mijn wangen naar het kuiltje onder de sleutelbeenderen, …. Uit: “Solitude: een Indische familiegeschiedenis”, Jeroen Thijssen.

Het contract met de lezer
De schrijver sluit op de eerste pagina een contract met de lezer. De lezer wil later niet teleurgesteld worden.
Tip 2: Lees opnieuw de eerste zinnen uit je lievelingsboek. Hoe wordt de hoofdpersoon neergezet? In welk vertelperspectief is het geschreven? Wat voor stijl hanteert de schrijver?

Zelf aan de slag
Geef je hoofdpersoon voldoende kleur mee. Belicht het onderwerp van je verhaal, en als dit relevant is, de omgeving en de tijd waarin het zich afspeelt.
Wil je weten dat Mirella vijfendertig is en in Rotterdam woont? Of dat ze goji-bessen door haar muesli gooit en tijdens haar werk meer Tinder-swipes dan emails afhandelt?
Tip 3: Probeer iets kenmerkends te vinden over je personage of je verhaal.

De valkuil
Hoewel de eerste zinnen van een boek cruciaal zijn, wil dat niet zeggen dat ze als eerste geschreven moeten worden.
Tip 4: Schrijf de (definitieve) eerste alinea pas als je klaar bent met je verhaal.

Tot slot een mooi voorbeeld
Gerbrand Bakker vertelt in drie zinnen waar het boek “Boven is het stil” over gaat. Hij noemt geen namen, leeftijden, of plaatsen. Hij beschrijft de relatie tussen vader en zoon en het boerenmilieu. Zijn taalgebruik ondersteunt dit.
“Ik heb vader naar boven gedaan. Nadat ik hem in een stoel had gezet, heb ik het bed uit elkaar gehaald. Hij bleef in die stoel zitten als een kalf van een paar minuten oud, nog voor het schoongelikt is; met een ongestuurd wankelend hoofd en ogen die zich nergens aan hechten.” Uit: “Boven is het stil”, Gerbrand Bakker

Deze blog is op 12 mei 2016 gepubliceerd bij SchrijvenOnline onder dezelfde titel: “Kluister de lezer”.

Reacties
Reageren mag. Graag zelfs.
Stuur een tweet naar: @honderdmeter

twittermail