ik heb een jaar gezocht naar vuur
ik vond het uit, buiten mezelf
een schuur, een lont, een lucifer
een zwaluwdoosje en een kaars
ik wachtte tot het donker was
in mij, in huis, in onze straat
verscheen het beeld dat naar mij keek
de afstand bleek oneindig klein
ik trilde bij de eerste streek
het strijkvlak moest voldoende zijn
de lont vatte voorzichtig vlam
een druppel gleed over mijn palm
mijn huid ontwaakte in mijn hand
een smalle zon schroeide mijn mond
steeds korter kroop mijn schaduw op
ik ben een uur door vuur geraakt