“De dure plicht”
betoomt de denkers
van hun Vroom
en Dreesman verzen.
Winkel waar
betaalbaar schroom
vertraagd van stalen
trappen rolde.
Aan gestolde
handelsstraten
stromen poëzie-
profeten.
Niemand mag hun wachtwoord weten.
Elke bol die zich verploft,
het binnenste,
naar buiten stoft,
in minder dan “zesmingedicht”,
is
ijler dan een ademhaal.
Het maandagskind van Jan Modaal
blaast pluisjes op een web-adres:
niet elke geest bezit een fles.
“de dure plicht” en “zesmingedicht” verwijzen naar vers 21-26, Idylle #7, uit: “Idyllen”, Ilja Leonard Pfeijffer
550 karakters = ca. 2,06 m.